Blijf bij me (fictie)

Ik ben bij je.jpg
Het is 8.30 uur en voor Mariska is dat behoorlijk vroeg op haar vrije dag.
Echter vandaag is ze jarig en uitslapen zit er niet in.
Ze wil nog het een en ander doen voordat de gasten vanavond komen, maar vooral wil ze wat voor zichzelf doen.
Ze heeft een afspraak bij schoonheidsspecialiste en de kapper. Daarnaast heeft ze ook een ntspanningsmassage aan zichzelf kado gedaan.
Terwijl ze haar koffie drinkt, denkt ze aan haar lief.

Anderhalf jaar geleden kwam hij ’s avonds na zijn werk thuis en mopperde over hoofdpijn en zei dat hij vroeg naar bed zou gaan, omdat het hem doodmoe maakte. Terwijl ze aan het avondeten zaten, dommelde hij al in.
‘Waarom ga je niet nu al lekker slapen’, zei Mariska. ‘Dan maak ik warme melk voor je en neem ik twee aspirientjes voor je mee. ‘
Hij mompelde iets van ‘ja goed idee.’
Hij steunde met zijn handen zwaar op de tafel om van de stoel op te staan.
Mariska maakte zich zorgen, want dit had ze nog niet eerder van Erwin gezien. Hij was een krachtige en energieke man en ziek zijn kwam niet in zijn woordenboek voor.
Als een geslagen man liep hij de trap op en plots hoorde ze een hoop gestommel en ze wist gelijk dat hij van de trap was gevallen.
Ze rende naar de gang en in een impuls graaide ze de telefoon van de buffetkast. Haar altijd zo energieke lieve man lag op zijn rug en had moeite met ademhalen.
Terwijl ze het alarmnummer belde, legde ze hem in haar armen en zijn hoofd rustte op haar schouders. Zij kuste hem zacht en de tranen liepen over haar wangen, welke zijn wangen raakten. Hij had zijn ogen gesloten. Hij zei niks. De pijn was zichtbaar op zijn verwrongen gezicht. De stilte tussen hen zei genoeg en ze hield hem stevig vast alsof ze zijn leven in zijn lijf terug wilde duwen, maar ze wist wel beter. Zijn borstkas kwam nog amper omhoog en ze fluisterde wanhopig:
‘Ik hou zo onzettend veel van je. Blijf bij me. Blijf bij me.’
Heel even zag ze een glimp van zijn blauwe ogen en met zijn laatste krachten en nauwelijks hoorbaar zei hij: “Ik blijf bij je. Ik hou zielsveel van je. ‘
Ze zag zijn Ziel uit zijn lichaam zweven. Ze had 'm willen pakken, maar hij was onbereikbaar. Zijn gezicht ontspande en ze kon alleen nog maar huilen en drukte hem nog steviger tegen zich aan. Haar hart bonkte in haar lijf en haar hersens maakten herrie. Onophoudelijke herrie van suizen en piepen. Ze verloor de grip op haar lief, haar geluk en haar veiligheid.
De hulpverleners haalden haar uiteindelijk over haar man los te laten en in een waas keek ze toe hoe zij hem op een brancard legden en meenamen. Ze hoort ver weg iemand nog zeggen: 'Waarschijnlijk een hartinfarct’.

Langzaam, heel langzaam leert ze omgaan met dit verlies, maar het schrijnende gemis is ze niet kwijt. Haar hart heeft een gat en geen dokter kan het helen.
Ze kijkt naar de klok. Het is voorzichtig aan tijd om naar haar afspraak te gaan en ze moet zich nog omkleden. Ze loopt naar de keuken en zet het kopje in de afwasmachine.
Ze hoort haar telefoon gaan en eigenlijk heeft ze nog geen zin in felicitaties, maar haar nieuwsgierigheid lokt haar naar de telefoon. Ze kijkt naar de naam op haar telefoon en verward neemt ze op en hoort zijn stem:
‘Ik hou zielsveel van je. Ik ben bij je.’

Marion de Vries

H2
H3
H4
3 columns
2 columns
1 column
Join the conversation now
Logo
Center